Wat is Vrijmetselarij?

18 vragen en persoonlijke antwoorden

 

Willem S. Meijer, Grootmeester van de orde der vrijmetselaren in Nederland

 

Inleiding

Het internet is een bon van meningen en opinies, informatie, en alles wat ons zoal in het dagelijks leven bezighoudt. Met de juiste zoekargumenten kom je interessante stukken tegen. De vraag van de omgeving om aan te geven wat Vrijmetselarij nu eigenlijk is heeft iedereen wel eens gekregen. Ook ik heb dan moeite het gevoel, de mores, en wat dies meer zij, onder woorden te brengen. Met de volgende tekst poogt één onzer broeders een uitleg te geven. Persoonlijk denk ik dat hij daar aardig in is geslaagd en wil het jullie niet onthouden.

“Ter leeringh ende vermaeck” broeders!

 

 

Tekstvak:  
 

Wat ons bezielt en drijft, hoe wij te werk gaan, wat ons interesseert, hoe onze club in elkaar steekt, hoe wij met elkaar omspringen, waarin wij ons van anderen onderscheiden, enzovoort. In mijn verhaal tracht ik een beetje met profane ogen te kijken naar vrijmetselarij en de beoefenaren daarvan. Met "voorkennis", gebaseerd op mijn lidmaatschap van Concordia Vincit Animos sinds 1984, dat wel.  De vragen zijn algemeen, en hopelijk voor iedere lezer relevant. De antwoorden kunnen alleen persoonlijk zijn, al is getracht rekening te houden met de inzichten en voorkeuren van andere vrijmetselaren ….. voor zover bekend, of bevroed. 

 

1. Wat is vrijmetselarij in de kern? 

 

Een ontmoetingsplaats voor mensen die hun ideeën willen toetsen bij anderen, en die daar een eigen benadering voor hebben ontwikkeld. Zij delen, rationeel of intuïtief, door aanleg of door levenservaring verkregen, gedachten over hoe zij als vrijmetselaren met elkaar – en met andere mensen – willen omgaan.   Dus: een broederschap van mensen die zoeken naar zelfontplooiing en zelfverwezenlijking, en die gehecht zijn aan hun eigen vertrouwde methoden daarbij. Wij claimen niet dat onze benadering voor iedereen de beste of de enige zou zijn, alleen dat die óns goed bevalt. 

2. Helpt de vrijmetselarij bij het zoeken naar antwoorden op levensvragen? 

 

Ja, door de aandacht voor die algemeen menselijke vragen (waarom zijn wij hier, wat is de zin van ons leven) én door het aanreiken van een beschutte werkplaats, waar wij ons gezamenlijk kunnen verdiepen in die vragen. Niet door het presenteren van een vast recept, van een leerstellig geloof. Wel is het ongetwijfeld zo dat wij vrijmetselaren, met alle onderlinge verschillen, overeenstemmen in tal van opvattingen, waarin wij "geloven". Idealen van menselijkheid, van mededogen met de ander en van verantwoordelijkheid voor het eigen handelen, ontroerde verwondering over het leven. 

 

 

 

 

3. Daarin zijn de vrijmetselaren niet uniek! Wat onderscheidt hen dan wel? 

 

Er zijn gelukkig overal – in alle culturen, van humanistisch, christelijk, islamitisch, joods, hindoeïstisch tot boeddhistisch – mensen van goede wil te vinden, die streven naar een harmonieuze samenleving. Er zijn dan ook vele groepen en genootschappen, die qua menslievende doelen niet voor de vrijmetselarij onderdoen of die misschien voorbijstreven. Het eigene van de vrijmetselarij moet u zoeken in het allegorische spel, dat wij spelen, met zijn begrippen en beeldspraken, vooral ontleend aan de steenhouwerij. Die elementen – symbolen en zinnebeelden – worden door ons gebruikt bij onze "arbeid", gericht op verbetering van onszelf. Wij noemen tooien ons met de naam "vrijmetselaren", maar eigenlijk beschouwen wij "steenhouwen" als ons vak. Onze ceremonieën, rituelen, concentreren zich op de eigen persoonlijke groei, op de uitstraling daarvan op onze medemensen, en op de mogelijke terugval in dat proces van geestelijke ontwikkeling. Het beeld van een ruwe steen, die door geduldige steenhouwersarbeid geleidelijk aan wordt omgetoverd in een kubieke of tenminste rechthoekige steen, die bij de constructie van een gebouw van pas komt. U zult vrijmetselaren – maçons – regelmatig horen spreken over de "Tempel van Salomo" als zinnebeeld voor een harmonische mensengemeenschap. Voor de muren van een goede tempel heeft men bouwstenen van klasse nodig, en voor een goede samenleving even betrouwbare menselijke componenten. 

4. Symbolen en rituelen zijn dus een kenmerkend aspect van de vrijmetselarij? 

 

Ja, die vormen de ene pijler en de menslievende en vrijheidsgezinde opvattingen maken de andere pijler uit. De aard van onze rituelen is uniek, maar het feit dat wij rituelen gebruiken om onze ideeën te formuleren en te herhalen is dat natuurlijk niet. Denk aan godsdienstige rituelen, de roomskatholieke mis, de plechtigheden die overgangen van levensfasen markeren – geboorte, schooldiploma, huwelijk, ouder worden, dood – of die, iets simpeler, ons leven helpen structureren – de jaarlijkse vakantie, de verjaardag, de kantoorborrel. 

5. Hoe verhoudt de vrijmetselarij zich tot godsdienst, geloof en kerken? 

 

Heel algemeen gesproken laten vrijmetselaren elkaar – en ieder ander mens – volledig vrij in de eigen persoonlijke opvattingen op godsdienstig en religieus gebied. De vrijmetselarij stimuleert haar leden om te zoeken naar wat mensen verbindt, en niet naar wat hen verdeeld houdt, en ook om zelfstandig op zoek te gaan naar de eigen persoonlijke waarheid. Van nature zijn wij meer geïnteresseerd in de overeenkomsten tussen diverse gedachtestromingen dan in gekissebis over verschillen en details.  Tekstvak:  
 

Voor zover een vrijmetselaar zelf niet tot een kerkgenootschap behoort of zelfs  niet godsdienstig is, zal hij toch de emotionele verwondering over de geheimen van het leven, over de onbegrijpelijkheden van ons universum, kennen. Je kunt dus stellen dat een vrijmetselaar "religieus" is, in de zin van verbazing over wereld en leven, van een zich verbonden voelen met zijn medemens, van ontzag voor hetgeen boven de mens uitgaat, het onbenoembare …….. dat wij dan maar aanduiden met "Opperbouwmeester des Heelals". Maar een "gelovige" of een "kerkganger" hoeft hij niet te zijn. De agnost, de niet-weter, die niet door een godsdienstige "openbaring" op de hoogte is geraakt van de zin van het leven, is in de Nederlandse vrijmetselarij welkom. Godsdienstig gelovigen zijn dat ook, al zullen zij soms weer met verrassing ontdekken dat in hun loge ook andere opvattingen opgeld doen. Het palet van inzichten binnen de vrijmetselarij zal meer omvatten dan dat binnen hun kerkelijke stroming. Orthodoxe gelovigen zullen moeite hebben met het accepteren dat hun overtuiging maar "een mening" is. U kent de discussie! Maar ook de fervente atheïst, die bij voorbaat ontkent dat er meer tussen hemel en aarde is dan natuurkundigen cum suis ooit zullen ontdekken, heeft een probleem. Hem zullen de ceremonieën niet "pakken", vanwege hun beroep op de emotionele verwondering en het ontzag voor het niet begrepene. 

6. Zijn vrijmetselaren conservatief of vooruitstrevend? 

 

Op het punt van hun methoden, de symbolen en rituelen, hun kleding, gebruiken en zinswendingen, kun je ze wel als behoudend beschouwen. Ze houden van traditie, hechten aan het besef dat zij zijn voorgegaan door andere generaties loge-leden en hopen dat zijzelf zullen worden opgevolgd door nieuwe generaties. Het vuur dat wordt doorgegeven. Conservatief zijn zij ook in de zin van "onderzoekt alles en behoudt het goede", en in de zin van de maatschappelijke harmonie die zij nastreven. Eerder verlichte burgers dan barricaden bevolkende radicalen, al hebben zuideuropese gezagsdragers daar in de 19e eeuw wel eens heel anders over gedacht. Vooruitstrevend zijn zij in hun "liberale" opvattingen, stammend uit de tijd van de Verlichting, in hun overtuiging dat de ene mens geen voorrechten kan claimen ten koste van de ander. Henri Knap, jarenlang voorzitter van deze loge, heeft het in een rituaaltekst – deel van de ceremonie ter gelegenheid van de opening van ons "werkjaar" – heel mooi gezegd: "Hen, die boven mij gesteld zijn, zal ik eerbiedigen maar nooit met meer dan de eerbied, die ik mijzelf verschuldigd ben. Hen, die aan mijn macht zijn toevertrouwd, zal ik beschermen en leiden met Broederliefde. Ik zal oprecht zijn, zonder dat mijn oprechtheid zal wonden". In mijn eigen woorden: mededogen en begrip voor de medemens, de ander en jijzelf zijn uit hetzelfde hout gesneden, respect én zelfrespect. 

 

  

Tekstvak:  
 
7. Zijn vrijmetselaren serieus? 

 

In zekere zin, ja. Ze kijken wat verder dan hun neus lang is, vinden een gesprek over voetbal, een nieuwe automobiel of vrouwelijk schoon op zijn tijd best leuk, maar zijn daarnaast toch altijd geïnteresseerd in een gesprek over minder tastbare zaken. Ik besef dat die trits zojuist niet helemaal recht doet aan onze oprechte achting voor, en affiniteit met, de vrouw. Daar komen we nog op terug. Maar zijn ze altijd serieus? Nee. Ik denk dat de loge bestaat bij de gratie van een subtiel evenwicht tussen enerzijds ernst en anderzijds vrolijkheid, tussen emotioneel betrokken zijn bij "de arbeid" en daar enkele uren later met spot en zelfspot commentaar op geven. Op dezelfde avond een stemmige, serieuze ceremonie én een uitbundige maaltijd, waarbij de grappen en plaagstoten over de tafel vliegen. Vrijmetselaren zijn misschien wel serieus, maar sombere, gekwelde zielen zijn het in het algemeen niet. Uitzonderingen bevestigen de regel, zoals u weet. De meeste logeleden geven steeds opnieuw blijk van een positieve instelling ten opzichte van het leven. Eerder optimisten dan pessimisten. 

8. Waar staan vrijmetselaren politiek? 

 

Het meest gepaste antwoord zou nu zijn: dat maken ze zelf uit, dus dat zou u ze één voor één maar zelf moeten vragen. Maar ik denk dat er toch wel iets meer over te zeggen valt. U zult ze niet vinden in de extreem-rechtse of extreem-linkse hoek. Vrijmetselaren zijn niet gecharmeerd van autoritaire en dogmatische regimes en organisaties, en omgekeerd is er evenmin sprake van veel sympathie. Onze beginselverklaring is over het maatschappijbeeld van de leden van de Nederlandse Orde van Vrijmetselaren tamelijk duidelijk. Vrijheidsgezind, "liberaal" van het type dat u bij verschillende politieke partijen kunt aantreffen. Maatschappelijke betrokkenheid van de leden wordt toegejuicht. Maar voor de rest: alle vrijheid voor de eigen politieke opvattingen, op de vrijmetselaren zelf komt het aan om keuzen te maken en maatschappelijk actief te zijn. 

9. Wordt in de loge over politiek gesproken? 

 

De avonden die niet gewijd zijn aan een ceremonie (het "inwijden" van een nieuw lid tot "leerling", zijn "bevordering" tot "gezel", zijn "verheffing" tot "meester", of een andere festiviteit) worden besteed aan de bespreking van een onderwerp. Een voordracht door één van de leden – of een buitenstaander – gevolgd door een doorgaans heel rustige en evenwichtige gedachtewisseling. Een discussie, maar zonder de scherpe kantjes van een echt debat. Geen winnaars en verliezers. Op zo‟n avond kan heel goed een maatschappelijk vraagstuk aan de orde gesteld worden. In die zin wordt – niet al te vaak overigens – over politiek gesproken. Maar welles-nietes discussies, tussen aanhangers van verschillende partijen worden onverbiddelijk afgehamerd door de voorzitter. 

Volgens oude regels, in de 18e eeuw door een Engelse dominee-vrijmetselaar opgeschreven, zijn "twistgesprekken" over religie en politiek uit den boze. Maar juist een gedachtewisseling die frank en vrij, zonder angst voor onheuse reacties, kan worden gevoerd is het hoogste dat onze wekelijkse "comparitie" te bieden heeft. Dus: niet te bang zijn voor stevige en openhartige gesprekken, maar ervoor zorgen dat ze niet in "twisten" ontaarden. 

10. Zijn vrijmetselaren mystici? 

 

Sommige, maar lang niet allemaal. De meeste vrijmetselaren hebben een open oog voor de mystiek van ons bestaan, en velen schuwen de "esoterie" niet. Maar die belangstelling gaat bijna altijd gepaard met een kritische instelling: de ratio verdwijnt nooit ver uit het zicht. Ik denk dat zowel ratio als gevoel voor het beoefenen van de vrijmetselarij onontbeerlijk is. 

11. Is de vrijmetselarij een geheim genootschap? 

 

Nee, u kunt alles wat er over ons te vernemen valt in een beetje bibliotheek aan de weet komen. Tal van boeken met zin én onzin over onze club, soms geschreven door begeesterde vrijmetselaren en dan weer door felle tegenstanders. Enkele elementen uit onze ceremonieën vertellen we een kandidaat niet van te voren, het zou de verrassing bederven of beperken. Misschien zijn we een genootschap met een geheim, dat niet uit te leggen valt en dus ook niet te verraden: in essentie de manier waarop wij met elkaar omgaan, de sfeer van verbondenheid en vertrouwen. Net zo moeilijk uit te leggen als de smaak van een sinaasappel. 

12. Zijn alle logeleden gelijk of zijn er allerlei rangen en standen? 

 

Op het eerste gezicht lijkt het nogal een hiërarchisch geheel: een "voorzittend meester", die het woord verleent, twee "opzieners" die hun deel van de tafel met argusogen bewaken, een "redenaar" die de voorzitter tot de orde mag roepen, de leden die zich zonder morren lijken te onderwerpen aan het gezag van de voorzitter, het onderscheid in de drie categorieën leerling, gezel en meester. Het is schijn. In feite zijn alle logeleden, de "broeders", elkaars gelijken en kan die voorzitter eigenlijk geen stap verder doen dan zijn logebroeders hem toestaan. Misbruik van zijn bevoegdheden overleeft hij niet. En ook de drie graden (leerling, gezel en meester) zijn symbolisch: een meester moet niet het lef hebben om te denken dat hij de maçonnieke waarheid in pacht heeft! Onze loge benadrukt die gedachte door – als enige in Nederland – een leerling niet een vol jaar op zijn bevordering tot gezel te laten wachten, en een gezel niet nog eens een jaar op zijn meesterschap. Die drie stappen zetten in ruim een half jaar kan bij ons ook. 

13. Zijn logeleden perse elkaars vrienden? 

 

Nee, maar ze betekenen voor elkaar wel meer dan goede kennissen. Door toetreding tot een loge "erken" je de leden daarvan in die hoedanigheid, (en erkennen omgekeerd die leden jou als hun mede-vrijmetselaar), weet je dat je hen kunt vertrouwen en dat je mag rekenen op een welwillende bejegening.Persoonlijke feiten, meegedeeld in de loge, blijven daar en duiken niet op aan een borreltafel of op een verjaardag. Maar: vriendschappen voor het leven ontstaan wel degelijk in de loge.En met een aantal vriendschappen in deze loge, geleidelijk gegroeid in de laatste 18 jaren, voel ik mij een bevoorrecht man. 

14. Is er één internationale organisatie van vrijmetselaren? 

 

Nee. Om te beginnen: er zijn meer soorten vrijmetselaren. In Nederland hebben we de Orde van Vrijmetselaren, zo‟n 6000 man sterk, plus "Le Droit Humain", de gemengde vrijmetselarij van minder dan 1000 leden en "De Weefsters", met enkele honderden vrouwen als leden.Over de grens is er meer verscheidenheid, te danken – of te wijten – aan het feit dat in zuidelijk Europa en in Zuid-Amerika de vijandige houding van de roomskatholieke kerk de vrijmetselaren tot anticlericale, en soms atheïstische stellingnamen heeft gedreven. Noorden en zuiden zijn uit elkaar gegroeid, al zijn de overeenkomsten nog steeds groter dan de verschillen. Maar ook de noordelijke vrijmetselaren in landen als de USA, Groot-Brittannië en voormalige koloniën, Scandinavië, Duitsland en Nederland vormen niet één organisatie. Ieder land heeft zijn eigen "Grootloge" of "Grootoosten" en regelt zijn eigen zaken. Daartoe behoort de vraag met welke andere organisaties betrekkingen worden onderhouden.En hoe nauwer de "diplomatieke banden", hoe gemakkelijker het is om over en weer bezoeken af te steken. "Visiteren" in ons jargon. Een hobby die trouwens ook prima kan worden beoefend in de vorm van bezoekjes aan andere Nederlandse loges. Je blijkt altijd van harte welkom.Voor vele leden ligt het zwaartepunt bij de eigen werkplaats, de loge waarvan zij deel uitmaken. De overkoepelende Orde nemen zij voor lief. 

   Tekstvak:  
 

15. Kan iedereen vrijmetselaar worden? 

 

In principe: ja. Met als belangrijkste beperking het feit dat vrouwen wel lid kunnen worden van de gemengde vrijmetselarij (Le Droit Humain) of de vrouwelijke (De Weefsters) maar niet van de mannelijke (onze Orde), de grootste groep. Die uitsluiting van vrouwen moet u trouwens absoluut niet zien als een blijk van negatieve ideeën onzerzijds jegens vrouwen, of van een opvatting als zou de vrouw de mindere zijn van de man. Verre van dat. Zie het maar als een zwaktebod: wij denken dat de aanwezigheid van vrouwen in onze bijeenkomsten de aandacht zal afleiden van het onderwerp. We kennen onszelf een beetje. Bovendien: juist in afwezigheid van vrouwen kunnen mannen toegeven aan de meer vrouwelijke kanten van hun karakter. En dan verder: zijn er "toelatingseisen"? Eigenlijk is er maar één: kandidaat en loge moeten beide verwachten dat het zal "klikken", beiden moeten het idee hebben dat zij met de nieuwe toetreding iets zullen winnen. Persoonlijk zou ik zeggen dat van een kandidaat verwacht wordt dat hij een man is die 

o "vrij" is in de zin van gewend en geneigd om zelfstandig na te denken, 

o stil staat bij zijn houding tegenover anderen, 

o gevoelig is voor traditie en voor de cyclus in het leven,

o religieus is in de zin van verwondering over het leven,

o bespiegelend staat tegenover dat leven,

o ervan geniet met anderen om te gaan en van gedachten te wisselen,

o aanvoelt dat het met symbolen duiden van begrippen, en het herhalen van plechtige rituelen hem kan helpen de eigen gevoelens en gedachten te ordenen en vorm te geven,

o open staat voor de constructieve kritiek van zijn omgeving. 

 

Moet een vrijmetselaar een gestudeerd man zijn? Zeker niet als we daarmee bedoelen iemand in het bezit van een keurig diploma van een universiteit of andere serieuze onderwijsinstelling. En aan omgevallen boekenkasten hebben we ook niet echt behoefte. Maar vaak blijken vrijmetselaren enthousiaste lezers, bereid om zich in allerlei onderwerpen te verdiepen. 

16. Is een loge een getrouwe afspiegeling van de maatschappij? 

 

Nee. Over de ontbrekende vrouwelijke helft heb ik het al gehad. Maar ook niet alle mannen en sociale lagen kom je naar proportie tegen. Macho‟s zijn uitzonderingen. Zakenmensen en beoefenaren van intellectuele beroepen lijken oververtegenwoordigd en handarbeiders komen in verhouding te weinig voor. 

Een systeem, waarin ieder beroep hooguit één of twee representanten in een club mag hebben, zoals bij service clubs als Lions en Rotary, kennen wij in de loge niet. In theorie zou een loge dus geheel kunnen bestaan uit beoefenaren van het slagersvak, of uit chirurgen. In de praktijk treffen we zulke extremen gelukkig niet aan. 

 

17. Wat heb ik zelf aan de vrijmetselarij gehad? 

 

Allereerst: je kunt alleen iets aan de vrijmetselarij "hebben" als je bereid bent om daaraan ook bij te dragen. Door regelmatige aanwezigheid, door te luisteren naar anderen en door eigen gedachten en gevoelens in te brengen, door echt deel te nemen aan de "broederschap". De vrijmetselarij heeft voor mij – agnost – de plaats geleverd waar ik zowel met ratio als met religieus getinte emotie aan de slag kan. Mijn blikveld is verruimd, van "alleen het bewijsbare is relevant" naar "het niet-weerlegbare is het overdenken waard". Er is meer tussen hemel en aarde …… Confrontatie met nieuwe gedachten en benaderingen. Ontwikkeling van de eigen belangstelling voor nieuwe onderwerpen. De logeavond is een rustpunt in de week geworden, en de contacten met vele medebroeders zijn van grote waarde gebleken. En dan heb ik het niet over financieel voordeel, wie dat zoekt is bij ons niet aan het goede adres. Is het nooit eens tegengevallen? Jawel, maar de "dips" blijven ver achter bij het gevoel van welbehagen. Soms betrap ik me in een gesprek met een broer, vriend of kennis op de gedachte: eigenlijk sneu voor je dat jij niet van zo‟n broederschap deel uitmaakt. Pechvogel! Maar aan bekeren en overtuigen doen we niet: wie zich niet echt zelf aangetrokken voelt tot "de loge" zal daarin geen blijvertje zijn. 

 

18. Heeft de vrijmetselarij mijn leven veranderd? 

 

Een objectief antwoord op déze vraag is niet zo simpel. Om te beginnen: een mens weet niet hoe zijn leven zou zijn verlopen als hij ergens onderweg, op een kruispunt, een andere weg zou zijn ingeslagen. En dat soort kruispunten en T-splitsingen kent iedere levensweg. Mijn antwoord zal toch "ja!" moeten zijn. Niet omdat mij door mijn "inwijding" tot vrijmetselaar ineens volslagen nieuwe inzichten zijn geopenbaard, doordat ik daarna een heel andere kijk op leven en medemens heb gekregen. Wél omdat de al bij mij levende gedachten en gevoelens een breder kader, een bedding hebben gevonden. Ik heb soortgenoten ontmoet, die zich dezelfde vragen stellen als ik en die voor en na op vergelijkbare kruispunten belanden. Gedeelde smart is halve smart en gedeelde vreugde is dubbele vreugde. In enkele cruciale situaties in mijn leven – in de periode sinds mijn toetreding tot Concordia Vincit Animos – heeft mijn lidmaatschap van de loge mij gesteund, mij weerbaarder gemaakt en mij zelfstandiger doen denken. De keuzen werden er niet perse gemakkelijk door, maar zij lieten zich stellig beter maken.